Veel Nederlandse woorden bestaan uit wortels en bijvoegsels. Kennis van kernwortels vergroot je woordenschat efficient. Bijvoorbeeld: de wortel "werk" ("work") geeft "werknemer" ("employee") en "werkzaamheid" ("workplace"). Groepeer woorden met dezelfde wortel, analyseer hoe bijvoegsels (zoals "-er" voor een persoon of "-heid" voor een abstract概念) de betekenis en deel van spraak beïnvloeden, en gebruik associatieve memorisatie om serieus woorden te leren.
![]() |
![]() |
|
| 49 Like | 0 Store up |